-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
21
|Juan 13:21|
Jezus, deze dingen gezegd hebbende, werd ontroerd in den geest, en betuigde, en zeide: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, dat een van ulieden Mij zal verraden.
-
22
|Juan 13:22|
De discipelen dan zagen op elkander, twijfelende, van wien Hij dat zeide.
-
23
|Juan 13:23|
En een van Zijn discipelen was aanzittende in den schoot van Jezus, welken Jezus liefhad.
-
24
|Juan 13:24|
Simon Petrus dan wenkte dezen, dat hij vragen zou, wie hij toch ware, van welken Hij dit zeide.
-
25
|Juan 13:25|
En deze, vallende op de borst van Jezus, zeide tot Hem: Heere, wie is het?
-
26
|Juan 13:26|
Jezus antwoordde: Deze is het, dien Ik de bete, als Ik ze ingedoopt heb, geven zal. En als Hij de bete ingedoopt had, gaf Hij ze Judas, Simons zoon, Iskariot.
-
27
|Juan 13:27|
En na de bete, toen voer de satan in hem. Jezus dan zeide tot hem: Wat gij doet, doe het haastelijk.
-
28
|Juan 13:28|
En dit verstond niemand dergenen, die aanzaten, waartoe Hij hem dat zeide.
-
29
|Juan 13:29|
Want sommigen meenden, dewijl Judas de beurs had, dat hem Jezus zeide: Koop, hetgeen wij van node hebben tot het feest, of, dat hij den armen wat geven zou.
-
30
|Juan 13:30|
Hij dan, de bete genomen hebbende, ging terstond uit. En het was nacht.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Pedro 1-5