- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									1
									 
									 
									|Job 20:1|
									Toen antwoordde Zofar, de Naamathiet, en zeide:									
									    
								 
- 
									
									2
									 
									 
									|Job 20:2|
									Daarom doen mijn gedachten mij antwoorden, en over zulks is mijn verhaasten in mij.									
									    
								 
- 
									
									3
									 
									 
									|Job 20:3|
									Ik heb aangehoord een bestraffing, die mij schande aandoet; maar de geest zal uit mijn verstand voor mij antwoorden.									
									    
								 
- 
									
									4
									 
									 
									|Job 20:4|
									Weet gij dit? Van altoos af, van dat God den mens op de wereld gezet heeft,									
									    
								 
- 
									
									5
									 
									 
									|Job 20:5|
									Dat het gejuich de goddelozen van nabij geweest is, en de vreugde des huichelaars voor een ogenblik?									
									    
								 
- 
									
									6
									 
									 
									|Job 20:6|
									Wanneer zijn hoogheid tot den hemel toe opklomme, en zijn hoofd tot aan de wolken raakte;									
									    
								 
- 
									
									7
									 
									 
									|Job 20:7|
									Zal hij, gelijk zijn drek, in eeuwigheid vergaan; die hem gezien hadden, zullen zeggen: Waar is hij?									
									    
								 
- 
									
									8
									 
									 
									|Job 20:8|
									Hij zal wegvlieden als een droom, dat men hem niet vinden zal, en hij zal verjaagd worden als een gezicht des nachts.									
									    
								 
- 
									
									9
									 
									 
									|Job 20:9|
									Het oog, dat hem zag, zal het niet meer doen; en zijn plaats zal hem niet meer aanschouwen.									
									    
								 
- 
									
									10
									 
									 
									|Job 20:10|
									Zijn kinderen zullen zoeken den armen te behagen; en zijn handen zullen zijn vermogen moeten weder uitkeren.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18