-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling -
-
26
|Job 3:26|
Ik was niet gerust; en was niet stil, en rustte niet; en de beroering is gekomen.
-
1
|Job 4:1|
Toen antwoordde Elifaz, de Themaniet, en zeide:
-
2
|Job 4:2|
Zo wij een woord opnemen tegen u, zult gij verdrietig zijn? Nochtans wie zal zich van woorden kunnen onthouden?
-
3
|Job 4:3|
Zie, gij hebt velen onderwezen, en gij hebt slappe handen gesterkt;
-
4
|Job 4:4|
Uw woorden hebben den struikelende opgericht, en de krommende knieen hebt gij vastgesteld;
-
5
|Job 4:5|
Maar nu komt het aan u, en gij zijt verdrietig; het raakt tot u, en gij wordt beroerd.
-
6
|Job 4:6|
Was niet uw vreze Gods uw hoop, en de oprechtheid uwer wegen uw verwachting?
-
7
|Job 4:7|
Gedenk toch, wie is de onschuldige, die vergaan zij; en waar zijn de oprechten verdelgd?
-
8
|Job 4:8|
Maar gelijk als ik gezien heb: die ondeugd ploegen, en moeite zaaien, maaien dezelve.
-
9
|Job 4:9|
Van den adem Gods vergaan zij, en van het geblaas van Zijn neus worden zij verdaan.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Job 35-37