-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
3
|Job 30:3|
Die door gebrek en honger eenzaam waren, vliedende naar dorre plaatsen, in het donkere, woeste en verwoeste.
-
4
|Job 30:4|
Die ziltige kruiden plukten bij de struiken, en welker spijze was de wortel der jeneveren.
-
5
|Job 30:5|
Zij werden uit het midden uitgedreven; (men jouwde over hen, als over een dief),
-
6
|Job 30:6|
Opdat zij wonen zouden in de kloven der dalen, de holen des stofs en der steenrotsen.
-
7
|Job 30:7|
Zij schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij zich.
-
8
|Job 30:8|
Zij waren kinderen der dwazen, en kinderen van geen naam; zij waren geslagen uit den lande.
-
9
|Job 30:9|
Maar nu ben ik hun een snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord.
-
10
|Job 30:10|
Zij hebben een gruwel aan mij, zij maken zich verre van mij, ja, zij onthouden het speeksel niet van mijn aangezicht.
-
11
|Job 30:11|
Want Hij heeft mijn zeel losgemaakt, en mij bedrukt; daarom hebben zij den breidel voor mijn aangezicht afgeworpen.
-
12
|Job 30:12|
Ter rechterhand staat de jeugd op, stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke wegen.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 8-10