-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
6
|Job 39:6|
Als zij zich krommen, haar jongen met versplijting voortbrengen, haar smarten uitwerpen?
-
7
|Job 39:7|
Haar jongen worden kloek, worden groot door het koren; zij gaan uit, en keren niet weder tot dezelve.
-
8
|Job 39:8|
Wie heeft den woudezel vrij henengezonden, en wie heeft de banden des wilden ezels gelost?
-
9
|Job 39:9|
Dien Ik de wildernis tot zijn huis besteld heb, en het ziltige tot zijn woningen.
-
10
|Job 39:10|
Hij belacht het gewoel der stad; het menigerlei getier des drijvers hoort hij niet.
-
11
|Job 39:11|
Dat hij uitspeurt op de bergen, is zijn weide; en hij zoekt allerlei groensel na.
-
12
|Job 39:12|
Zal de eenhoorn u willen dienen? Zal hij vernachten aan uw kribbe?
-
13
|Job 39:13|
Zult gij den eenhoorn met zijn touw aan de voren binden? Zal hij de laagten achter u eggen?
-
14
|Job 39:14|
Zult gij op hem vertrouwen, omdat zijn kracht groot is, en zult gij uw arbeid op hem laten?
-
15
|Job 39:15|
Zult gij hem geloven, dat hij uw zaad zal wederbrengen, en vergaderen tot uw dorsvloer?
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 11-13