-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
36
|Jueces 6:36|
En Gideon zeide tot God: Indien Gij Israel door mijn hand zult verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt;
-
37
|Jueces 6:37|
Zie, ik zal een wollen vlies op den vloer leggen; indien er dauw op het vlies alleen zal zijn, en droogte op de ganse aarde, zo zal ik weten, dat Gij Israel door mijn hand zult verlossen, gelijk als Gij gesproken hebt.
-
38
|Jueces 6:38|
En het geschiedde alzo; want hij stond des anderen daags vroeg op, en drukte het vlies uit, en hij wrong den dauw uit het vlies, een schaal vol waters.
-
39
|Jueces 6:39|
En Gideon zeide tot God: Uw toorn ontsteke niet tegen mij, dat ik alleenlijk ditmaal spreke; laat mij toch alleenlijk ditmaal met het vlies verzoeken; er zij toch droogte op het vlies alleen, en op de ganse aarde zij dauw.
-
40
|Jueces 6:40|
En God deed alzo in denzelven nacht; want de droogte was op het vlies alleen, en op de ganse aarde was dauw.
-
1
|Jueces 7:1|
Toen stond Jerubbaal (dewelke is Gideon) vroeg op, en al het volk, dat met hem was; en zij legerden zich aan de fontein van Harod; dat hij het heirleger der Midianieten had tegen het noorden, achter den heuvel More, in het dal.
-
2
|Jueces 7:2|
En de HEERE zeide tot Gideon: Des volks is te veel, dat met u is, dan dat Ik de Midianieten in hun hand zou geven; opdat zich Israel niet tegen Mij beroeme, zeggende: Mijn hand heeft mij verlost.
-
3
|Jueces 7:3|
Nu dan, roep nu uit voor de oren des volks, zeggende: Wie blode en versaagd is, die kere weder, en spoede zich naar het gebergte van Gilead! Toen keerden uit het volk weder twee en twintig duizend, dat er tienduizend overbleven.
-
4
|Jueces 7:4|
En de HEERE zeide tot Gideon: Nog is des volks te veel; doe hen afgaan naar het water, en Ik zal ze u aldaar beproeven; en het zal geschieden, van welken Ik tot u zeggen zal: Deze zal met u trekken, die zal met u trekken; maar al degene, van welken Ik zeggen zal: Deze zal niet met u trekken, die zal niet trekken.
-
5
|Jueces 7:5|
En hij deed het volk afgaan naar het water. Toen zeide de HEERE tot Gideon: Al wie met zijn tong uit het water zal lekken, gelijk als een hond zou lekken, dien zult gij alleen stellen; desgelijks al wie op zijn knieen zal bukken om te drinken.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Pedro 1-5