-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
26
|Lucas 15:26|
En tot zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat dat mocht zijn.
-
27
|Lucas 15:27|
En deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond weder ontvangen heeft.
-
28
|Lucas 15:28|
Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem.
-
29
|Lucas 15:29|
Doch hij, antwoordende, zeide tot den vader: Zie, ik dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een bokje gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk zijn.
-
30
|Lucas 15:30|
Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht.
-
31
|Lucas 15:31|
En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe.
-
32
|Lucas 15:32|
Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden.
-
1
|Lucas 16:1|
En Hij zeide ook tot Zijn discipelen: Er was een zeker rijk mens, welke een rentmeester had; en deze werd bij hem verklaagd, als die zijn goederen doorbracht.
-
2
|Lucas 16:2|
En hij riep hem, en zeide tot hem: Hoe hoor ik dit van u? Geef rekenschap van uw rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen rentmeester zijn.
-
3
|Lucas 16:3|
En de rentmeester zeide bij zichzelven: Wat zal ik doen, dewijl mijn heer dit rentmeesterschap van mij neemt? Graven kan ik niet; te bedelen schaam ik mij.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Números 35-36