-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
24
|Lucas 16:24|
En hij riep en zeide: Vader Abraham, ontferm u mijner, en zend Lazarus, dat hij het uiterste zijns vingers in het water dope, en verkoele mijn tong; want ik lijd smarten in deze vlam.
-
25
|Lucas 16:25|
Maar Abraham zeide: Kind, gedenk, dat gij uw goed ontvangen hebt in uw leven, en Lazarus desgelijks het kwade; en nu wordt hij vertroost, en gij lijdt smarten.
-
26
|Lucas 16:26|
En boven dit alles, tussen ons en ulieden is een grote klove gevestigd, zodat degenen, die van hier tot u willen overgaan, niet zouden kunnen, noch ook die daar zijn, van daar tot ons overkomen.
-
27
|Lucas 16:27|
En hij zeide: Ik bid u dan, vader, dat gij hem zendt tot mijns vaders huis;
-
28
|Lucas 16:28|
Want ik heb vijf broeders; dat hij hun dit betuige, opdat ook zij niet komen in deze plaats der pijniging.
-
29
|Lucas 16:29|
Abraham zeide tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die horen.
-
30
|Lucas 16:30|
En hij zeide: Neen, vader Abraham, maar zo iemand van de doden tot hen heenging, zij zouden zich bekeren.
-
31
|Lucas 16:31|
Doch Abraham zeide tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.
-
1
|Lucas 17:1|
En Hij zeide tot de discipelen: Het kan niet wezen, dat er geen ergernissen komen; doch wee hem, door welken zij komen;
-
2
|Lucas 17:2|
Het zoude hem nuttiger zijn, dat een molensteen om zijn hals gedaan ware, en hij in de zee geworpen, dan dat hij een van deze kleinen zou ergeren.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Números 35-36