- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									11
									 
									 
									|Marcos 14:11|
									En zij, dat horende, waren verblijd, en beloofden hem geld te geven; en hij zocht, hoe hij Hem bekwamelijk overleveren zou.									
									    
								 
- 
									
									12
									 
									 
									|Marcos 14:12|
									En op den eersten dag der ongehevelde broden, wanneer zij het pascha slachtten, zeiden Zijn discipelen tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij heengaan, en bereiden, dat Gij het pascha eet?									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|Marcos 14:13|
									En Hij zond twee van Zijn discipelen uit, en zeide tot hen: Gaat henen in de stad, en u zal een mens ontmoeten, dragende een kruik water, volgt dien;									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|Marcos 14:14|
									En zo waar hij ingaat, zegt tot den heer des huizes: De Meester zegt: Waar is de eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen eten zal?									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Marcos 14:15|
									En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust en gereed; bereidt het ons aldaar.									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|Marcos 14:16|
									En Zijn discipelen gingen uit, en kwamen in de stad, en vonden het, gelijk Hij hun gezegd had, en bereidden het pascha.									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|Marcos 14:17|
									En als het avond geworden was, kwam Hij met de twaalven.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|Marcos 14:18|
									En als zij aanzaten en aten, zeide Jezus: Voorwaar, Ik zeg u, dat een van u, die met Mij eet, Mij zal verraden.									
									    
								 
- 
									
									19
									 
									 
									|Marcos 14:19|
									En zij begonnen bedroefd te worden, en de een na de ander tot Hem te zeggen: Ben ik het? En een ander: Ben ik het?									
									    
								 
- 
									
									20
									 
									 
									|Marcos 14:20|
									Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Het is een uit de twaalven, die met Mij in de schotel indoopt.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 14-15