- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									61
									 
									 
									|Marcos 14:61|
									Maar Hij zweeg stil, en antwoordde niets. Wederom vraagde Hem de hogepriester, en zeide tot Hem: Zijt Gij de Christus, de Zoon des gezegenden Gods?									
									    
								 
- 
									
									62
									 
									 
									|Marcos 14:62|
									En Jezus zeide: Ik ben het. En gijlieden zult den Zoon des mensen zien zitten ter rechter hand der kracht Gods, en komen met de wolken des hemels.									
									    
								 
- 
									
									63
									 
									 
									|Marcos 14:63|
									En de hogepriester, verscheurende zijn klederen, zeide: Wat hebben wij nog getuigen van node?									
									    
								 
- 
									
									64
									 
									 
									|Marcos 14:64|
									Gij hebt de gods lastering gehoord; wat dunkt ulieden? En zij allen veroordeelden Hem, des doods schuldig te zijn.									
									    
								 
- 
									
									65
									 
									 
									|Marcos 14:65|
									En sommigen begonnen Hem te bespuwen, en Zijn aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot Hem te zeggen: Profeteer! En de dienaars gaven Hem kinnebakslagen.									
									    
								 
- 
									
									66
									 
									 
									|Marcos 14:66|
									En als Petrus beneden in de zaal was, kwam een van de dienstmaagden des hogepriesters;									
									    
								 
- 
									
									67
									 
									 
									|Marcos 14:67|
									En ziende Petrus zich warmende, zag zij hem aan, en zeide: Ook gij waart met Jezus den Nazarener.									
									    
								 
- 
									
									68
									 
									 
									|Marcos 14:68|
									Maar hij heeft het geloochend, zeggende: Ik ken Hem niet, en ik weet niet, wat gij zegt. En hij ging buiten in de voorzaal, en de haan kraaide.									
									    
								 
- 
									
									69
									 
									 
									|Marcos 14:69|
									En de dienstmaagd, hem wederom ziende, begon te zeggen tot degenen, die daarbij stonden: Deze is een van die.									
									    
								 
- 
									
									70
									 
									 
									|Marcos 14:70|
									Maar hij loochende het wederom. En een weinig daarna, die daarbij stonden, zeiden wederom tot Petrus: Waarlijk, gij zijt een van die; want gij zijt ook een Galileer, en uw spraak gelijkt.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18