-
Leia por capítulosComentário sobre a Leitura Bíblica de Hoje
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Isaías 44:11|
Ziet, al hun medegenoten zullen beschaamd worden, want de werkmeesters zijn uit de mensen; dat zij zich altemaal vergaderen, dat zij opstaan, zij zullen verschrikken, zij zullen te zamen beschaamd worden.
-
12
|Isaías 44:12|
De ijzersmid maakt een bijl, en werkt in den gloed, en formeert het met hamers, en werkt het met zijn sterken arm; ook lijdt hij honger, totdat hij krachteloos wordt, hij drinkt geen water, totdat hij amechtig wordt.
-
13
|Isaías 44:13|
De timmerman trekt het richtsnoer uit, hij tekent het af met den draad, hij maakt het effen met de schaven, en tekent het met den passer, en maakt het naar de beeltenis eens mans, naar de schoonheid van een mens, dat het in het huis blijve.
-
14
|Isaías 44:14|
Als hij zich cederen afhouwt, zo neemt hij een cypressenboom of een eik, en hij versterkt zich onder de bomen des wouds; hij plant een olmboom, en de regen maakt dien groot.
-
15
|Isaías 44:15|
Dan is het voor den mens om te verbranden, dan neemt hij daarvan, en warmt er zich bij; ook ontsteekt hij het, en bakt er brood bij; daarenboven maakt hij er een god van, en buigt zich daarvoor, hij maakt er een gesneden beeld van, en knielt er voor neder.
-
16
|Isaías 44:16|
Zijn helft brandt hij in het vuur, bij de andere helft daarvan eet hij vlees; hij braadt een gebraad, en hij wordt verzadigd; ook warmt hij zichzelven, en hij zegt: Hei! ik ben warm geworden, ik heb het vuur gezien!
-
17
|Isaías 44:17|
Het overige nu daarvan maakt hij tot een god, tot zijn gesneden beeld; hij knielt er voor neder, en buigt zich, en bidt het aan, en zegt: Red mij, want gij zijt mijn god!
-
18
|Isaías 44:18|
Zij weten niet, en verstaan niet, want het heeft hun ogen bestreken, dat zij niet zien, en hun harten, dat zij niet verstaan.
-
19
|Isaías 44:19|
En niemand van hen brengt het in zijn hart, en er is noch kennis noch verstand, dat hij zeggen zou: De helft daarvan heb ik verbrand in het vuur, ja, ook op de kolen daarvan heb ik brood gebakken, ik heb vlees daarbij gebraden, en heb het gegeten; en zou ik het overblijfsel daarvan tot een gruwel maken, zou ik nederknielen voor hetgeen van een boom gekomen is?
-
20
|Isaías 44:20|
Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft hem ter zijde afgeleid; zodat hij zijn ziel niet redden kan, noch zeggen: Is er niet een leugen in mijn rechterhand?
-
-
Sugestões
Clique para ler Oséias 10-14
18 de setembro LAB 627
UM POUCO DE OSÉIAS
Oséias 10-14
Tudo bem com você? Que bom! Porque quero falar sobre alguém que, pra ele, nem sempre, as coisas foram tão bem: Oséias. E aqui, incluo também todo o Israel Antigo, que, de dar tantas cabeçadas, muito sofreu. Contemple a deplorável situação de Gomer, descrita em Oséias, e você terá um retrato ilustrativo da condição dos demais israelitas.
Mas a vida de Oséias também teve os seus lados bons. Seu nome já é um privilégio. Significa “Javé Salva”. Contemporâneo e conterrâneo do rei Oséias, este profeta nasceu no reino do norte – Israel – durante o reinado anterior, de Jeroboão II (786 – 735 a.C.). Esses xarás devem ter ouvido falar um do outro, mas provavelmente não trabalharam juntos, porque o profeta Oséias foi paro sul – reino de Judá – para exercer seu ministério profético, durante os reinados de Uzias (783 – 743 a.C.), Jotão (742 – 735 a.C.), Acaz (735 – 715 a.C.) e Ezequias (715 – 686 a.C.).
Mas o mais interessante sobre Oséias não foi com que reis ele trabalhou. O mais interessante foi com que mulher ele se casou, e a que Deus ele serviu. Uma coisa, tendo, totalmente, a ver com a outra. Porque o próprio matrimônio de Oséias com a mulher chamada Gômer, que foi totalmente infiel a ele, constitui para nós um alto testemunho da fidelidade que ele tinha para com Deus.
Então, o livro de Oseias é um episódio que joga com as realidades da fidelidade e da infidelidade. Oséias, um dos camaradas mais fiéis que nós podemos conhecer na Bíblia, convivendo com Gomer, uma das pessoas mais infiéis de todos os tempos. Ambos perpetuando num drama onde podemos ver, claramente, a prosperidade na fidelidade e a desgraça na infidelidade.
Certa vez, alguém disse: “ou você tem caráter, ou não tem”. Errado. Em nosso relacionamento com Deus, cada um de nós tem em si um pouco de Gomer. É a nossa tendência pecaminosa, que nos tenta à infidelidade. Somos tentados a ter mau caráter. Não existem pessoas sem caráter. Todos têm caráter. Mas existem as diferenças de caráter, variando de totalmente bom a totalmente ruim. E nisto está a maravilhosa notícia da graça. Você pode entregar o seu caráter nas mãos de Deus e deixar que Ele o transforme. Ao fazer sua leitura, fixe-se na pessoa de Oséias. Precisamos ter, na nossa vida, as características da fidelidade de Oséias. Deus pode refinar-nos cada vez mais, até chegarmos ao ponto de ter um caráter tão bom, à prova das mais terríveis atribulações.
E, se por um acaso, você ainda cair, lembre-se: “a graça de Deus pode lhe redimir”. Entregue-se a Ele. Este foi o segredo de Oséias.
Valdeci Júnior
Fátima Silva