• 2 Samuel

    x
    • Libros
    • Avanzado
    • Lectura para Hoy
    • Dutch Staten Vertaling
    • Estudie la Biblia
    • Antiguo Testamento

      • Génesis
      • Éxodo
      • Levítico
      • Números
      • Deuteronomio
      • Josué
      • Jueces
      • Rut
      • 1 Samuel
      • 2 Samuel
      • 1 Reyes
      • 2 Reyes
      • 1 Crónicas
      • 2 Crónicas
      • Esdras
      • Nehemías
      • Ester
      • Job
      • Salmos
      • Proverbios
      • Eclesiastés
      • Cantares
      • Isaías
      • Jeremías
      • Lamentaciones
      • Ezequiel
      • Daniel
      • Oseas
      • Joel
      • Amós
      • Abdias
      • Jonás
      • Miqueas
      • Nahum
      • Habacuc
      • Sofonías
      • Hageo
      • Zacarías
      • Malaquías
    • Nuevo Testamento

      • Mateo
      • Marcos
      • Lucas
      • Juan
      • Hechos
      • Romanos
      • 1 Corintios
      • 2 Corintios
      • Gálatas
      • Efesios
      • Filipenses
      • Colossenses
      • 1 Tesalonicenses
      • 2 Tesalonicenses
      • 1 Timoteo
      • 2 Timoteo
      • Tito
      • Filemón
      • Hebreos
      • Santiago
      • 1 Pedro
      • 2 Pedro
      • 1 Juan
      • 2 Juan
      • 3 Juan
      • Judas
      • Apocalipsis
    • Cerca
      • 2 Samuel


        Leer por capítulos:
        X  

      Haga clic para leer Job 20-21





        1
         
        2
         
        3
         
        4
         
        5
         
        6
         
        7
         
        8
         
        9
         
        10
         
        11
         
        12
         
        13
         
        14
         
        15
         
        16
         
        17
         
        18
         
        19
         
        20
         
        21
         
        22
         
        23
         
        24
         
      •   Dutch Staten Vertaling

      • Capítulo 15
      • 34     |2 Samuel 15:34| Maar zo gij weder in de stad gaat, en tot Absalom zegt: Uw knecht, ik zal des konings zijn; ik ben wel uws vaders knecht van te voren geweest, maar nu zal ik uw knecht zijn; zo zoudt gij mij den raad van Achitofel te niet maken.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 35     |2 Samuel 15:35| En zijn niet Zadok en Abjathar, de priesters, aldaar met u? Zo zal het geschieden, dat gij alle ding, dat gij uit des konings huis zult horen, den priesteren, Zadok en Abjathar, zult te kennen geven.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 36     |2 Samuel 15:36| Ziet, hun beide zonen zijn aldaar bij hen, Ahimaaz, Zadoks, en Jonathan, Abjathars zoon; zo zult gijlieden door hun hand tot mij zenden alle ding, dat gij zult horen.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 37     |2 Samuel 15:37| Alzo kwam Husai, Davids vriend, in de stad; en Absalom kwam te Jeruzalem.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • Capítulo 16
      • 1     |2 Samuel 16:1| Als nu David een weinig van de hoogte was voortgegaan, ziet, toen ontmoette hem Ziba, Mefiboseths jongen, met een paar gezadelde ezelen, en daarop tweehonderd broden, met honderd stukken rozijnen, en honderd stukken zomervruchten, en een lederen zak wijns.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 2     |2 Samuel 16:2| En de koning zeide tot Ziba: Wat zult gij daarmede? En Ziba zeide: De ezels zijn voor het huis des konings, om op te rijden en het brood en de zomervruchten, om te eten voor de jongens; en de wijn, opdat de moeden in de woestijn drinken.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 3     |2 Samuel 16:3| Toen zeide de koning: Waar is dan de zoon uws heren? En Ziba zeide tot den koning: Zie, hij blijft te Jeruzalem, want hij zeide: Heden zal mij het huis Israels mijns vaders koninkrijk wedergeven.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 4     |2 Samuel 16:4| Zo zeide de koning tot Ziba: Zie, het zal het uwe zijn alles wat Mefiboseth heeft. En Ziba zeide: Ik buig mij neder, laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer koning!
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 5     |2 Samuel 16:5| Als nu de koning David tot aan Bahurim kwam, ziet, toen kwam van daar een man uit, van het geslacht van het huis van Saul, wiens naam was Simei, de zoon van Gera; hij ging steeds voort, en vloekte.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 6     |2 Samuel 16:6| En hij wierp David met stenen, mitsgaders alle knechten van den koning David, hoewel al het volk en al de helden aan zijn rechter- en aan zijn linkerhand waren.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • ‹
      • 1
      • 2
      • ...
      • 38
      • 39
      • 40
      • 41
      • 42
      • 43
      • 44
      • ...
      • 69
      • 70
      • ›
      • Cerca
      • Sugerencias

      © 2008-2025 Portal de la Biblia

      Av. Gen. Euryale de Jesus Zerbine 5876 - Jardim São Gabriel - Jacareí-SP - CEP: 12340-010    Tel: +55 (12) 2127-3000

      Hable con nosotros :: Como llegar :: Ubicación (mapa) :: Copyright de Versiones Bíblicas Utilizadas