-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
7
|2 Samuel 16:7|
Aldus nu zeide Simei in zijn vloeken: Ga uit, ga uit, gij, man des bloeds, en gij, Belials man!
-
8
|2 Samuel 16:8|
De HEERE heeft op u doen wederkomen al het bloed van Sauls huis, in wiens plaats gij geregeerd hebt; nu heeft de HEERE het koninkrijk gegeven in de hand van Absalom, uw zoon; zie nu, gij zijt in uw ongeluk, omdat gij een man des bloeds zijt.
-
9
|2 Samuel 16:9|
Toen zeide Abisai, de zoon van Zeruja, tot den koning: Waarom zou deze dode hond mijn heer den koning vloeken? Laat mij toch overgaan en zijn kop wegnemen.
-
10
|2 Samuel 16:10|
Maar de koning zeide: Wat heb ik met u te doen, gij zonen van Zeruja? Ja, laat hem vloeken; want de HEERE toch heeft tot hem gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt gij alzo gedaan?
-
11
|2 Samuel 16:11|
Voorts zeide David tot Abisai en tot al zijn knechten: Ziet, mijn zoon, die van mijn lijf is voortgekomen, zoekt mijn ziel; hoeveel te meer dan nu deze zoon van Jemini? Laat hem geworden, dat hij vloeke, want de HEERE heeft het hem gezegd.
-
12
|2 Samuel 16:12|
Misschien zal de HEERE mijn ellende aanzien; en de HEERE zal mij goed vergelden voor zijn vloek, te dezen dage.
-
13
|2 Samuel 16:13|
Alzo ging David met zijn lieden op den weg; en Simei ging al voort langs de zijde des bergs tegen hem over, en vloekte, en wierp met stenen van tegenover hem, en stoof met stof.
-
14
|2 Samuel 16:14|
En de koning kwam in, en al het volk, dat met hem was, moede zijnde; en hij verkwikte zich aldaar.
-
15
|2 Samuel 16:15|
Absalom nu en al het volk, de mannen van Israel, kwamen te Jeruzalem, en Achitofel met hem.
-
16
|2 Samuel 16:16|
En het geschiedde, als Husai, de Archiet, Davids vriend, tot Absalom kwam, dat Husai tot Absalom zeide: De koning leve, de koning leve!
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 11-13