-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
35
|Génesis 41:35|
En dat zij alle spijze van deze aankomende goede jaren verzamelen, en koren opleggen, onder de hand van Farao, tot spijze in de steden, en bewaren het.
-
36
|Génesis 41:36|
Zo zal de spijze zijn tot voorraad voor het land, voor zeven jaren des hongers, die in Egypteland wezen zullen; opdat het land van honger niet verga.
-
37
|Génesis 41:37|
En dit woord was goed in de ogen van Farao, en in de ogen van al zijn knechten.
-
38
|Génesis 41:38|
Zo zeide Farao tot zijn knechten: Zouden wij wel een man vinden als deze, in welken Gods Geest is?
-
39
|Génesis 41:39|
Daarna zeide Farao tot Jozef: Naardien dat God u dit alles heeft verkondigd, zo is er niemand zo verstandig en wijs, als gij.
-
40
|Génesis 41:40|
Gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal al mijn volk de hand kussen; alleen dezen troon zal ik groter zijn dan gij.
-
41
|Génesis 41:41|
Voorts sprak Farao tot Jozef: Zie, ik heb u over gans Egypteland gesteld.
-
42
|Génesis 41:42|
En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan zijn hals;
-
43
|Génesis 41:43|
En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland.
-
44
|Génesis 41:44|
En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 5-7