-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
8
|Génesis 42:8|
Jozef dan kende zijn broederen; maar zij kenden hem niet.
-
9
|Génesis 42:9|
Toen gedacht Jozef aan de dromen, die hij van hen gedroomd had; en hij zeide tot hen: Gij zijt verspieders, gij zijt gekomen om te bezichtigen, waar het land bloot is.
-
10
|Génesis 42:10|
En zij zeiden tot hem: Neen, mijn heer! maar uw knechten zijn gekomen, om spijze te kopen.
-
11
|Génesis 42:11|
Wij allen zijn eens mans zonen; wij zijn vroom; uw knechten zijn geen verspieders.
-
12
|Génesis 42:12|
En hij zeide tot hen: Neen, maar gij zijt gekomen, om te bezichtigen, waar het land bloot is.
-
13
|Génesis 42:13|
En zij zeiden: Wij, uw knechten, waren twaalf gebroeders, eens mans zonen, in het land Kanaan; en zie, de kleinste is heden bij onzen vader; doch de een is niet meer.
-
14
|Génesis 42:14|
Toen zeide Jozef tot hen: Dat is het, wat ik tot u gesproken heb, zeggende: Gij zijt verspieders!
-
15
|Génesis 42:15|
Hierin zult gij beproefd worden: zo waarlijk als Farao leeft! indien gij van hier zult uitgaan, tenzij dan, wanneer uw kleinste broeder herwaarts zal gekomen zijn!
-
16
|Génesis 42:16|
Zendt een uit u, die uw broeder hale; maar weest gijlieden gevangen, en uw woorden zullen beproefd worden, of de waarheid bij u zij; en indien niet, zo waarlijk als Farao leeft, zo zijt gij verspieders!
-
17
|Génesis 42:17|
En hij zette hen samen drie dagen in bewaring.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 5-7