-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
21
|Job 39:21|
Als het tijd is, verheft zij zich in de hoogte; zij belacht het paard en zijn rijder.
-
22
|Job 39:22|
Zult gij het paard sterkte geven? Kunt gij zijn hals met donder bekleden?
-
23
|Job 39:23|
Zult gij het beroeren als een sprinkhaan? De pracht van zijn gesnuif is een verschrikking.
-
24
|Job 39:24|
Het graaft in den grond, en het is vrolijk in zijn kracht; en trekt uit, den geharnaste tegemoet.
-
25
|Job 39:25|
Het belacht de vreze, en wordt niet ontsteld, en keert niet wederom vanwege het zwaard.
-
26
|Job 39:26|
Tegen hem ratelt de pijlkoker, het vlammig ijzer des spies en der lans.
-
27
|Job 39:27|
Met schudding en beroering slokt het de aarde op, en gelooft niet, dat het is het geluid der bazuin.
-
28
|Job 39:28|
In het volle geklank der bazuin, zegt het: Heah! en ruikt den krijg van verre, den donder der vorsten en het gejuich.
-
29
|Job 39:29|
Vliegt de sperwer door uw verstand, en breidt hij zijn vleugelen uit naar het zuiden?
-
30
|Job 39:30|
Is het naar uw bevel, dat de arend zich omhoog verheft, en dat hij zijn nest in de hoogte maakt? [ (Job 39:31) Hij woont en vernacht in de steenrots, op de scherpte der steenrots en der vaste plaats. ] [ (Job 39:32) Van daar speurt hij de spijze op; zijn ogen zien van verre af. ] [ (Job 39:33) Ook zuipen zijn jongen bloed; en waar verslagenen zijn, daar is hij. ] [ (Job 39:34) En de HEERE antwoordde Job, en zeide: ] [ (Job 39:35) Is het twisten met den Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop. ] [ (Job 39:36) Toen antwoordde Job den HEERE, en zeide: ] [ (Job 39:37) Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond. ] [ (Job 39:38) Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; of tweemaal, maar zal niet voortvaren. ]
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 5-7