• Jueces

    x
    • Libros
    • Avanzado
    • Lectura para Hoy
    • Dutch Staten Vertaling
    • Estudie la Biblia
    • Antiguo Testamento

      • Génesis
      • Éxodo
      • Levítico
      • Números
      • Deuteronomio
      • Josué
      • Jueces
      • Rut
      • 1 Samuel
      • 2 Samuel
      • 1 Reyes
      • 2 Reyes
      • 1 Crónicas
      • 2 Crónicas
      • Esdras
      • Nehemías
      • Ester
      • Job
      • Salmos
      • Proverbios
      • Eclesiastés
      • Cantares
      • Isaías
      • Jeremías
      • Lamentaciones
      • Ezequiel
      • Daniel
      • Oseas
      • Joel
      • Amós
      • Abdias
      • Jonás
      • Miqueas
      • Nahum
      • Habacuc
      • Sofonías
      • Hageo
      • Zacarías
      • Malaquías
    • Nuevo Testamento

      • Mateo
      • Marcos
      • Lucas
      • Juan
      • Hechos
      • Romanos
      • 1 Corintios
      • 2 Corintios
      • Gálatas
      • Efesios
      • Filipenses
      • Colossenses
      • 1 Tesalonicenses
      • 2 Tesalonicenses
      • 1 Timoteo
      • 2 Timoteo
      • Tito
      • Filemón
      • Hebreos
      • Santiago
      • 1 Pedro
      • 2 Pedro
      • 1 Juan
      • 2 Juan
      • 3 Juan
      • Judas
      • Apocalipsis
    • Cerca
      • Jueces


        Leer por capítulos:
        X  

      Haga clic para leer Job 22-24





        1
         
        2
         
        3
         
        4
         
        5
         
        6
         
        7
         
        8
         
        9
         
        10
         
        11
         
        12
         
        13
         
        14
         
        15
         
        16
         
        17
         
        18
         
        19
         
        20
         
        21
         
      •   Dutch Staten Vertaling

      • Capítulo 19
      • 16     |Jueces 19:16| En ziet, een oud man kwam van zijn werk van het veld in den avond, welke man ook was van het gebergte van Efraim, doch als vreemdeling verkeerde te Gibea; maar de lieden dezer plaats waren kinderen van Jemini.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 17     |Jueces 19:17| Als hij nu zijn ogen ophief, zo zag hij die reizenden man op de straat der stad; en de oude man zeide: Waar trekt gij henen, en van waar komt gij?
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 18     |Jueces 19:18| En hij zeide tot hem: Wij trekken door van Bethlehem-Juda tot aan de zijden van het gebergte van Efraim, van waar ik ben; en ik was naar Bethlehem-Juda getogen, maar ik trek nu naar het huis des HEEREN; en er is niemand, die mij in huis neemt.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 19     |Jueces 19:19| Daar toch onze ezelen zowel stro als voeder hebben, en ook brood en wijn is voor mij, en voor uw dienstmaagd, en voor de jongen, die bij uw knechten is; er is aan geen ding gebrek.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 20     |Jueces 19:20| Toen zeide de oude man: Vrede zij u! al wat u ontbreekt, is toch bij mij; alleenlijk vernacht niet op de straat.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 21     |Jueces 19:21| En hij bracht hem in zijn huis, en gaf aan de ezelen voeder; en hun voeten gewassen hebbende, zo aten en dronken zij.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 22     |Jueces 19:22| Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 23     |Jueces 19:23| En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide tot hen: Niet, mijn broeders, doet toch zo kwalijk niet; naardien deze man in mijn huis gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 24     |Jueces 19:24| Ziet, mijn dochter die maagd is, en zijn bijwijf, die zal ik nu uitbrengen, dat gij die schendt, en haar doet, wat goed is in uw ogen; maar doet aan dezen man zulk een dwaas ding niet.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 25     |Jueces 19:25| Maar de mannen wilden naar hem niet horen. Toen greep de man zijn bijwijf, en bracht haar uit tot hen daarbuiten; en zij bekenden haar, en waren met haar bezig den gansen nacht tot aan den morgen, en lieten haar gaan, als de dageraad oprees.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • ‹
      • 1
      • 2
      • ...
      • 51
      • 52
      • 53
      • 54
      • 55
      • 56
      • 57
      • ...
      • 61
      • 62
      • ›
      • Cerca
      • Sugerencias

      © 2008-2025 Portal de la Biblia

      Av. Gen. Euryale de Jesus Zerbine 5876 - Jardim São Gabriel - Jacareí-SP - CEP: 12340-010    Tel: +55 (12) 2127-3000

      Hable con nosotros :: Como llegar :: Ubicación (mapa) :: Copyright de Versiones Bíblicas Utilizadas