-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
6
|Jueces 20:6|
Toen greep ik mijn bijwijf, en deelde haar, en zond haar in het ganse land der erfenis van Israel, omdat zij een schandelijke daad en dwaasheid in Israel gedaan hadden.
-
7
|Jueces 20:7|
Ziet, gij allen zijt kinderen Israels, geeft hier voor ulieden woord en raad!
-
8
|Jueces 20:8|
Toen maakte zich al het volk op, als een enig man, zeggende: Wij zullen niet gaan, een ieder naar zijn tent, noch wijken, een ieder naar zijn huis.
-
9
|Jueces 20:9|
Maar nu, dit is de zaak, die wij aan Gibea zullen doen: tegen haar bij het lot!
-
10
|Jueces 20:10|
En wij zullen tien mannen nemen van honderd, van alle stammen Israels, en honderd van duizend, en duizend van tienduizend, om teerkost te nemen voor het volk, opdat zij, komende te Gibea-Benjamins, haar doen naar al de dwaasheid, die zij in Israel gedaan heeft.
-
11
|Jueces 20:11|
Alzo werden alle mannen van Israel verzameld tot deze stad, verbonden als een enig man.
-
12
|Jueces 20:12|
En de stammen van Israel zonden mannen door den gansen stam van Benjamin, zeggende: Wat voor een kwaad is dit, dat onder ulieden geschied is?
-
13
|Jueces 20:13|
Zo geeft nu die mannen, die kinderen Belials, die te Gibea zijn, dat wij hen doden, en het kwaad uit Israel wegdoen. Doch de kinderen van Benjamin wilden niet horen naar de stem van hun broederen, de kinderen Israels.
-
14
|Jueces 20:14|
Maar de kinderen van Benjamin verzamelden zich uit de steden naar Gibea, om uit te trekken ten strijde tegen de kinderen Israels.
-
15
|Jueces 20:15|
En de kinderen van Benjamin werden te dien dage geteld uit de steden, zes en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken, behalve dat de inwoners van Gibea geteld werden, zevenhonderd uitgelezene mannen.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Juan 1-5