-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
16
|Jueces 20:16|
Onder al dit volk waren zevenhonderd uitgelezene mannen, welke links waren; deze allen slingerden met een steen op een haar, dat het hun niet miste.
-
17
|Jueces 20:17|
En de mannen van Israel werden geteld, behalve Benjamin, vierhonderd duizend mannen, die het zwaard uittrokken; deze allen waren mannen van oorlog.
-
18
|Jueces 20:18|
En de kinderen Israels maakten zich op, en togen opwaarts ten huize Gods, en vraagden God, en zeiden: Wie zal onder ons vooreerst optrekken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin? En de HEERE zeide: Juda vooreerst.
-
19
|Jueces 20:19|
Alzo maakten zich de kinderen Israels in den morgenstond op, en legerden zich tegen Gibea.
-
20
|Jueces 20:20|
En de mannen van Israel togen uit ten strijde tegen Benjamin; voorts schikten de mannen Israels den strijd tegen hen bij Gibea.
-
21
|Jueces 20:21|
Toen togen de kinderen van Benjamin uit van Gibea, en zij vernielden ter aarde op dien dag van Israel twee en twintig duizend man.
-
22
|Jueces 20:22|
Doch het volk versterkte zich, te weten de mannen van Israel, en zij beschikten de strijd wederom ter plaatse, waar zij dien des vorige daags geschikt hadden.
-
23
|Jueces 20:23|
En de kinderen Israels togen op, en weenden voor het aangezicht des HEEREN tot op den avond, en vraagden den HEERE zeggende: Zal ik weder genaken ten strijde tegen de kinderen van Benjamin, mijn broeder? En de HEERE zeide: Trekt tegen hem op.
-
24
|Jueces 20:24|
Zo naderden de kinderen Israels tot de kinderen van Benjamin, des anderen daags.
-
25
|Jueces 20:25|
En die van Benjamin trokken uit hun tegemoet, uit Gibea, op den tweeden dag, en velden van de kinderen Israels nog achttien duizend man neder ter aarde; die allen trokken het zwaard uit.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Juan 1-5