-
-
Dutch Staten Vertaling -
-
1
|2 Reis 6:1|
En de kinderen der profeten zeiden tot Elisa: Zie nu, de plaats, waar wij wonen voor uw aangezicht, is voor ons te eng.
-
2
|2 Reis 6:2|
Laat ons toch tot aan de Jordaan gaan, en elk van daar een timmerhout halen, dat wij ons daar een plaats maken, om er te wonen. En hij zeide: Gaat heen.
-
3
|2 Reis 6:3|
En er zeide een: Het believe u toch te gaan met uw knechten. En hij zeide: Ik zal gaan.
-
4
|2 Reis 6:4|
Zo ging hij met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen waren, hieuwen zij hout af.
-
5
|2 Reis 6:5|
En het geschiedde, als een het timmerhout velde, dat het ijzer in het water viel; en hij riep, en zeide: Ach, mijn heer, want het was geleend.
-
6
|2 Reis 6:6|
En de man Gods zeide: Waar is het gevallen? En toen hij hem de plaats gewezen had, sneed hij een hout af, en wierp het daarhenen, en deed het ijzer boven zwemmen.
-
7
|2 Reis 6:7|
En hij zeide: Neem het tot u op. Toen stak hij zijn hand uit, en nam het,
-
8
|2 Reis 6:8|
En de koning van Syrie voerde krijg tegen Israel, en beraadslaagde zich met zijn knechten, zeggende: Mijn legering zal zijn in de plaats van zulk een.
-
9
|2 Reis 6:9|
Maar de man Gods zond henen tot den koning van Israel, zeggende: Wacht u, dat gij door die plaats niet trekt, want de Syriers zijn daarhenen afgekomen.
-
10
|2 Reis 6:10|
Daarom zond de koning van Israel henen aan die plaats, waarvan hem de man Gods gezegd en hem gewaarschuwd had, en wachtte zich aldaar, niet eenmaal, noch tweemaal.
-
-
Sugestões
Clique para ler Apocalipse 21-21