-
Leia por capítulosComentário sobre a Leitura Bíblica de Hoje
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
7
|2 Reis 5:7|
En het geschiedde, als de koning van Israel den brief gelezen had, dat hij zijn klederen scheurde, en zeide: Ben ik dan God, om te doden en levend te maken, dat deze tot mij zendt, om een man van zijn melaatsheid te ontledigen? Want voorwaar, merkt toch, en ziet, dat hij oorzaak tegen mij zoekt.
-
8
|2 Reis 5:8|
Maar het geschiedde, als Elisa, de man Gods, gehoord had, dat de koning van Israel zijn klederen gescheurd had, dat hij tot den koning zond, om te zeggen: Waarom hebt gij uw klederen gescheurd? Laat hem nu tot mij komen, zo zal hij weten, dat er een profeet in Israel is.
-
9
|2 Reis 5:9|
Alzo kwam Naaman met zijn paarden en met zijn wagen, en stond voor de deur van het huis van Elisa.
-
10
|2 Reis 5:10|
Toen zond Elisa tot hem een bode, zeggende: Ga heen en was u zevenmaal in de Jordaan, en uw vlees zal u wederkomen, en gij zult rein zijn.
-
11
|2 Reis 5:11|
Maar Naaman werd zeer toornig, en toog weg, en zeide: Zie, ik zeide bij mijzelven: Hij zal zekerlijk uitkomen, en staan, en den Naam des HEEREN, Zijns Gods, aanroepen, en zijn hand over de plaats strijken, en den melaatse ontledigen.
-
12
|2 Reis 5:12|
Zijn niet Abana en Farpar, de rivieren van Damaskus, beter dan alle wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen wassen en rein worden? Zo wendde hij zich, en toog weg met grimmigheid.
-
13
|2 Reis 5:13|
Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: Mijn vader, zo die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn?
-
14
|2 Reis 5:14|
Zo klom hij af, en doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar het woord van den man Gods; en zijn vlees kwam weder, gelijk het vlees van een kleinen jongen; en hij werd rein.
-
15
|2 Reis 5:15|
Toen keerde hij weder tot den man Gods, hij en zijn ganse heir, en kwam, en stond voor zijn aangezicht en zeide: Zie, nu weet ik, dat er geen God is op de ganse aarde, dan in Israel! Nu dan, neem toch een zegen van uw knecht.
-
16
|2 Reis 5:16|
Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien ik het neme! En hij hield bij hem aan, opdat hij het nam, doch hij weigerde het.
-
-
Sugestões
Clique para ler Gálatas 1-3
29 de novembro LAB 699
FIDELIDADE AUTENTICADA
2Coríntios 11-13
Na fidelidade, o fingimento não é necessário. Na infidelidade, o fingimento é indispensável. Quanto mais o leitor aproxima-se do fim de 2Coríntios, mais pode perceber o quanto Paulo estava preocupado com aquela gente. O apóstolo queria que os corintos fossem fiéis a Deus. E ele sabia que a falsidade rondava às portas, para ser facilmente discipulada. Aquele grande pastor tinha consciência do perigo que um cristão corre de ser um crente fingido que acomoda sua infidelidade dentro de uma capa de hipocrisia.
Não há como não haver formas no cristianismo. Mas quando o que tem formato passa a ser exageradamente valorizado, torna-se num formalismo doentio, onde a formalidade externa esconde o oco interno. Isto pode ser muito bem ilustrado pela letra da música de Ednaldo do Rio:
“Certo irmao foi convidado pra pregar em uma igreja / Mas quando la chegou houve logo uma peleja / O pastor dizia a ele voce nao prega aqui / Nem tampouco nesse púlpito voce poderá subir / O irmao disse ao pastor o que esta acontecendo / Qual e o meu pecado o Senhor tem que me dizer / O pastor dizia a ele nao se trata de pecado / Voce e um homem santo da qualidade de Jó / O unico motivo de voce nao pregar e somente porque voce esta sem paletó.
“Depois de uma conversa chegaram num acordo / Acertaram com o irmao de pregar em outra semana / O irmao ficou zangado e um pouco enfurecido / Mas atraves de conselho ele ficou convencido
“O irmao era pobrezinho e estava desempregado / So tinha uma roupa e um sapato furado / Foi na casa de outro irmao arrumou terno emprestado / Arrumou uma gravata e ficou todo alinhado / Passou o dia orando ficou cheio de poder / Na hora da pregacao ele comecou a dizer / Fala paletó, paleto nao fala nada / Paleto nao faz jejum, paleto nao le a biblia nem ora de madrugada / So eu que saio pelas ruas pregando literatura / Pregando de casa em casa, ensinando as escrituras / Nunca falto um dia so, agora fala paletó.”
Apesar de um tanto cômica, esta canção espelha a situação pela qual você e eu, por vezes, podemos passar. E na falsidade evangélica, somos tentados a pensar e agir assim: “Pode ser que eu não consiga ler a Bíblia, pode ser que eu não consiga fazer o culto, nem mesmo orar, mas se eu me vestir descentemente, espalhar sorrisos e disser alguns améns, estarei redimido na comunidade dos crentes”.
“Procurem aperfeiçoar-se, exortem-se mutuamente, tenham um só pensamento (2Coríntios 13:11)”, sendo sempre fiéis.
Valdeci Júnior
Fátima Silva