-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
12
|Génesis 45:12|
En ziet, uw ogen zien het, en de ogen van mijn broeder Benjamin, dat mijn mond tot u spreekt.
-
13
|Génesis 45:13|
En boodschapt mijn vader al mijn heerlijkheid in Egypte, en alles wat gij gezien hebt; en haast u, en brengt mijn vader herwaarts af.
-
14
|Génesis 45:14|
En hij viel aan den hals van Benjamin, zijn broeder, en weende; en Benjamin weende aan zijn hals.
-
15
|Génesis 45:15|
En hij kuste al zijn broederen, en hij weende over hen; en daarna spraken zijn broeders met hem.
-
16
|Génesis 45:16|
Als dit gerucht in het huis van Farao gehoord werd, dat men zeide: Jozefs broeders zijn gekomen! was het goed in de ogen van Farao, en in de ogen van zijn knechten.
-
17
|Génesis 45:17|
En Farao zeide tot Jozef: Zeg tot uw broederen: Doet dit, laadt uw beesten, en trekt heen, gaat naar het land Kanaan;
-
18
|Génesis 45:18|
En neemt uw vader en uw huisgezinnen, en komt tot mij, en ik zal u het beste van Egypteland geven, en gij zult het vette dezes lands eten.
-
19
|Génesis 45:19|
Gij zijt toch gelast: doet dit, neemt u uit Egypteland wagenen voor uw kinderkens, en voor uw vrouwen, en voert uw vader, en komt.
-
20
|Génesis 45:20|
En uw oog verschone uw huisraad niet; want het beste van gans Egypteland, dat zal het uwe zijn.
-
21
|Génesis 45:21|
En de zonen van Israel deden alzo. Zo gaf Jozef hun wagenen, naar Farao's bevel; ook gaf hij hun teerkost op den weg.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 8-10