-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
28
|Génesis 26:28|
En zij zeiden: Wij hebben merkelijk gezien, dat de HEERE met u is; daarom hebben wij gezegd: Laat toch een eed tussen ons zijn, tussen ons en tussen u, en laat ons een verbond met u maken:
-
29
|Génesis 26:29|
Zo gij bij ons kwaad doet, gelijk als wij u niet aangeroerd hebben, en gelijk als wij bij u alleenlijk goed gedaan hebben, en hebben u in vrede laten trekken! Gij zijt nu de gezegende des HEEREN!
-
30
|Génesis 26:30|
Toen maakte hij hun een maaltijd, en zij aten en dronken.
-
31
|Génesis 26:31|
En zij stonden des morgens vroeg op, en zwoeren de een den ander; daarna liet Izak hen gaan, en zij togen van hem in vrede.
-
32
|Génesis 26:32|
En het geschiedde ten zelfde dage, dat Izaks knechten kwamen, en boodschapten hem van de zaak des puts, dien zij gegraven hadden, en zij zeiden hem: Wij hebben water gevonden.
-
33
|Génesis 26:33|
En hij noemde denzelven Seba; daarom is de naam dier stad Ber-seba, tot op dezen dag.
-
34
|Génesis 26:34|
Als nu Ezau veertig jaren oud was, nam hij tot een vrouw Judith, de dochter van Beeri, den Hethiet, en Basmath, de dochter van Elon, den Hethiet.
-
35
|Génesis 26:35|
En deze waren voor Izak en Rebekka een bitterheid des geestes.
-
1
|Génesis 27:1|
En het geschiedde, als Izak oud geworden was, en zijn ogen donker geworden waren, en hij niet zien kon; toen riep hij Ezau, zijn grootsten zoon, en zeide tot hem: Mijn zoon! En hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik!
-
2
|Génesis 27:2|
En hij zeide: Zie nu, ik ben oud geworden, ik weet den dag mijns doods niet.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 1-4